Narratief

Narratief mobiliteitstransitie Zuid-Nederland

In Zuid-Nederland hebben we gezamenlijk een ‘narratief’ over de mobiliteitstransitie gemaakt: een gezamenlijke kernboodschap, een onderliggende basislijn voor communicatiemiddelen, gesprekken, presentaties, interviews, speeches etc. De exacte bewoording kan elke keer variëren, maar het biedt een gezamenlijke basis. Een parapluverhaal, dat richting en houvast geeft.

Waarom een narratief?

Het geeft antwoord op het waarom van de mobiliteitstransitie en helpt om draagvlak te krijgen. Het geldt als basis en een ieder kan zelf eigen woorden, accenten, verbeeldingen en twist eraan toevoegen.

Over de mobiliteitstransitie gaan allerlei verhalen rond in het publieke debat, met soms negatieve frames (bijvoorbeeld: tegen de auto). Dit narratief gaat niet mee in negatieve beeldvorming, maar zet er een positief, aantrekkelijk en hoopvol verhaal voor in de plaats. Waar zijn we vóór? Wat willen we wél? En hoe gaan we dat vertellen?

Daarnaast staan we sterker in de transitieopgaven als we samen een gelijksoortige boodschap naar buiten brengen.

Het narratief

We houden van het goede leven

In Zuid-Nederland houden we van het goede leven. Of je in de binnenstad, een nieuwbouwwijk, een dorp of buitenaf woont, we waarderen het groen en de gezelligheid om ons heen. Hier voelen we ons thuis: een plek waar we omkijken naar elkaar, kinderen veilig kunnen opgroeien en we gezond oud kunnen worden. Waar voorzieningen goed bereikbaar zijn en iedereen bij werk, winkels of familie kan komen. En waar kwaliteit van leven telt.

Een fijne, mooie, gezonde omgeving

Stel je voor dat we onze steden en dorpen daarop inrichten. Dat onze straten geen doorgangsplekken zijn, maar fijne plekken om te verblijven. Dat er meer ruimte is voor groen, ontmoeting en ontspanning. Dat kinderen buiten kunnen spelen op straat en je je buren vaker spreekt. Dat bomen volop schaduw en verkoeling geven op hete zomerdagen. Dat je vaker fietst of wandelt in de frisse lucht, en je je fitter voelt, omdat je meer buiten bent en meer beweegt. Een fijne, mooie en gezonde omgeving voor ons en de mensen van wie we houden.

Wat als we niets doen?

We staan voor een belangrijke keuze. Het wordt steeds drukker op de weg, met meer pakketbusjes, bredere auto’s en ook duizenden nieuwe woningen in het vooruitzicht. Fijn dat er iets aan de woningnood wordt gedaan, maar al die nieuwe bewoners gaan zich ook verplaatsen: naar werk, school, familie en de supermarkt. En voor nog meer wegen en extra parkeerplaatsen is in onze steden geen plek.
Veel straten staan nu al vol met auto’s, waardoor er weinig plek is voor groen, gezelligheid of spelen. Minder ontmoeting leidt tot meer eenzaamheid. En door te drukke, onveilige straten neemt het aantal verkeersslachtoffers toe. Sommige kinderen fietsen daarom niet meer naar school. Onze gezondheid lijdt onder te weinig bewegen, vieze lucht en geluidsoverlast. En komen er nog meer auto’s bij, dan loopt het verkeer compleet vast, en dat is slecht voor de economie. Langzaam dreigen we iets te verliezen van het goede leven dat we hier koesteren.

Meer keuze, minder afhankelijk

Het kan anders, als we slimme keuzes maken. De komende jaren bouwen we veel nieuwe woningen binnen bestaande steden en dorpen. Het worden mooie groene plekken die lijken op parken. Voorzieningen als de winkel, dokter en school zijn op loop- en fietsafstand, zodat bewoners minder afhankelijk zijn van de auto. En heb je hem niet dagelijks nodig, dan is een deelauto vaak goedkoper en makkelijker. En er rijdt vaak een bus of trein.
De overheid zorgt voor de basis: veilige wandelroutes, (snel)fietspaden en toegankelijk openbaar vervoer. Zodat iedereen overal kan komen, ook wie geen auto heeft of deze niet kan betalen. Bij de inrichting van straten krijgen lopen en fietsen prioriteit, gevolgd door openbaar vervoer, mobiliteitsdiensten (zoals deelauto’s) en de privéauto. Dat geeft veel ruimte én is goed voor de veiligheid en onze gezondheid.

We zijn al goed bezig

In Zuid-Nederland vind je veel voorbeelden die laten zien wat het oplevert. In de binnensteden van Den Bosch, Tilburg en Eindhoven zijn straten autoluw of autovrij gemaakt, voor gezonde lucht en volop ruimte om te lopen en fietsen. In Veghel is een snelfietsroute aangelegd langs een oude spoorlijn, zodat je ontspannen en midden in de natuur van A naar B kunt reizen. Tientallen werkgevers in Limburg stimuleren hun werknemers om de spits te mijden en vaker te kiezen voor het ov en de fiets. En op diverse plekken delen inwoners auto’s met buren, zetten coöperaties op, of rijden als vrijwilliger op de buurtbus. Goed voor de saamhorigheid én minder drukte op de weg.

Kiezen voor wat echt belangrijk is

De toekomst maken we samen. De overheid zorgt voor de infrastructuur in overleg met de omgeving. Participatie is een vast onderdeel van elke verandering. Dat betekent dat inwoners en ondernemers actief meedenken en meepraten, en soms ook meewerken en meebeslissen. Jij kunt ook meedoen. Hoe ziet jouw ideale buurt of straat eruit? Het is jouw omgeving; jouw mening telt. Je hebt dus invloed op gezamenlijke keuzes. Daarnaast kun je zelf bewust kiezen hoe je reist. Veel mensen pakken wat vaker de fiets voor korte stukjes en de trein voor verre afstanden. Of ze mijden de drukte en reizen buiten de spits. Ga je een lekker stukje wandelen of fietsen, dan voel je je meteen fris in je hoofd. En vaak heb je dan meteen wat meer tijd en aandacht voor elkaar onderweg. Zo maken we ruimte voor wat we echt belangrijk vinden. Samen goed leven.